Dit leesplankje bestaat uit drie rijen met in totaal zestien afbeeldingen van 4 cm hoog en zestien normaalwoorden. Dat zijn woorden waarin de klinkers en medeklinkers hun ongewijzigde klank hebben.
De woorden zijn:
raam, roos, neef, fik, gat,
wiel, zes, juk, schop, voet,
neus, muur, bijl, hok, duif, ei.
Bij het woord 'gat' was een echt gat gemaakt, dit was handig want zo kon het plankje aan een spijker aan de lessenaar of bank worden opgehangen.
Bij dit plankje werd ten opzichte van het eerder uitgebrachte plankje zijn er minime verschillen van de afbeeldingen. Van bv van neus, muur en de ondergronden onder de plaatjes.
Het plankje is van hout beplakt met papier en de afmeting is ca 29 x 21 cm.
De uitgever van dit plankje was M. D. Brinkgreve uit Deventer, waar M.B. Hoogeveen schoolhoofd was in die tijd. Er zijn in 1898 maar liefst drieduizend exemplaren van dit plankje uitgebracht.
Bij dit plankje hoorden twee verschillende letterdoosjes, een handleiding, een toelichting, een klassikale leesplank en zes leesboekjes.
Dit plankje heb ik in bezit.
Het kleine ronde letterdoosje heeft een diameter van 5,2 cm is 2 cm hoog en bevat vijftien letterkaartjes. Het langwerpige rechthoekige doosje is 15,5 bij 2,3 cm en 2,5 cm hoog en bevat zevenenveertig letterkaartjes. Dit zijn alle lettertjes van het plankje. In het langwerpige doosje kunnen de lettertjes per afdeling worden opgeborgen. In het eerste vakje Raam in het tweede Roos enz. Tevens werden de kinderen geleerd om bv. het woordje Raam zo op te bergen, dat de r op de a en die samen op de m......De twee doosjes zijn van metaal.
De lettertjes zijn van stevig pletbord vervaardigd, 23 mm hoog en voor een enkel letterteken 12 mm, en voor een dubbel 16 mm breed. De lettertjes hebben een zwarte streep, die steeds onderaan moeten komen om te voorkomen dat de letters op de kop neergelegd worden.
Als er lettertjes verloren raakten werden er bij de uitgever
letterstrookjes aangeschaft. De lettertjes op deze strookjes werden met een schaar losgeknipt of nog beter met een beiteltje afgestoken.
Het kleine ronde letterdoosje zoek ik nog voor mijn collectie.
Bij dit plankje horen zes leesboekjes. De zes leesboekjes zijn 19 cm hoog en 13 cm breed. Deze boekjes zijn bruin met zwarte opdruk en tellen ongeveer vijftig pagina's.
De leesboekjes hebben zwart/wit tekeningen. Deze zijn getekend door o.a. B.H.B.
De boekjes zijn gedrukt door Boek- en Steendrukkerij " De Ijsel" uit Deventer en uitgegeven door uitgeverij M. D. Brinkgreve ook uit Deventer.
Bijzonder is dat de plaatjes van het leesplankje niet in de boekjes voorkomen.
Enkele leesboekjes zoek ik nog voor mijn collectie.
Het derde, vijfde en zesde
boekje zijn in mijn bezit.
De plaatjes van de klassikale leesplank zijn vier maal zo hoog en breed als die op het leesplankje. Onder elk plaatje zijn zoveel spijkertjes geslagen, als er letters onder hangen moeten en aan elk spijkertje komt een grote kartonnen letter te hangen, 8 cm hoog; de breedte wisselt met de breedte van de letter. Boven in 't karton van elke letter is een koperen oog aangebracht, waarmee ze aan 't spijkertje kan gehangen worden. Onderaan de leesplank is een smal bakje, waarin met de letters gewerkt kan worden; dit verklaart dus de vierde gleuf op 't plankje. De leesplank kan worden opgehangen of op een ezel gezet.
De afbeelding van deze klassikale leesplank is nergens bekend. Met behulp van het kleine leesplankje heb ik een gefingeerde leesplank gemaakt om toch een idee te hebben hoe de plank er uit zou hebben kunnen gezien.
Om te voorkomen dat de kinderen de plaatjes anders zouden benoemen
bijvoorbeeld tegen roos - bloem of wiel - rad, was een verhaaltje een daarvoor aangegeven middel.
Bijvoorbeeld:
Laatst heb ik bezoek gehad. 't Was een alleraardigst ventje met een vroolijk lachend gezicht, een baret op en een boekentaschje onder den arm. Hij
zou naar school, maar kwam voor dien tijd nog even bij aan. Want hij houdt veel van mij en ik vind hem zoo'n allerliefst kereltje. Hij komt haast aller dagen. dag, oom, zegt hij dan, zoo gauw hij de deur open doet. Dag, neef! zeg ik dan. want het is mijn neefje. Alexander is eigenlijk zijn naam; maar 't is veel eenvoudiger hem maar neef te noemen. Oom, zei hij, terwijl hij wat achter zijn rug hield, oom, ik heb wat moois voor u!. Zoo, neef, breng je mij wat? Jij bent toch een beste neef!. ja, maar oom moest eerst raden, wat het is!. 't Is zoo'n guit, die kleine, aardige neef. Ik aan 't raden: een appel, een oliekoek, een stokvisch,....Hoe vaker ik mis ried, hoe harder neef lachte. En wat was het nu? neef zijn eigen portret. jawel, neef had zijn portret laten maken. En 't leek precies. Ik heb er toen nog een stuk of wat van zulke portretjes bij laten maken en nu heb jullie er ieder een op je plankje. Zie je neef wel? Wijs hem dan eens aan. Ja, dat is neef. Zeg hem nu allemaal maar eens vriendelijk goeien dag. Dag neef!. Aan zoo'n verhaaltje behoeven geen hoge eischen gesteld te worden; maar de inhoud ervan kan de belangstelling voor 't plaatje en den bijbehoorenden naam in hooge mate verlevendigen en hiervan hangt het mede af, of de kinderen zich straks met zekere voorliefde dien naam zullen herinneren. neef heeft een hondje: fik; daar staat het hok van fik; hij spant fik wel eens voor een karretje met twee wielen, daar staat er een van. Zoo kan men ook de andere zaken met neef in verband brengen, al is dit dan ook niet volstrekt noodig. 't Raam kan zijn van neefs huis, de roos staat in zijn tuintje, 't juk behoort tot zijn speelgoed of is van de melkvrouw, die hem s'morgens melk brengt; met de schop graaft hij zijn tuintje, enz.
Deze leesplank zoek ik nog voor mijn collectie.
Toelichting bij Hoogeveen's Leesplankje en Klassikale Leesplank. Door M.B. Hoogeveen, Hoofd eener school voor M.U.L.O te Enschede.
Firma Brinkgreve te Deventer.
Het boekje is 20 cm hoog en 13 ,5 cm breed en heeft tweeenzeventig pagina's.
In deze toelichting zit een uitklapkaart. Deze kaart is gemaakt van de originele strookjes met plaatjes en woorden aan elkaar die ook op het plankje geplakt is. Tevens is het leesplankje uitvoerig beschreven. Ook wordt de methode omschreven voor de leerkracht en staan er oefeningen in.
Blader door de toelichting door hier te klikken.
Deze toelichting heb ik in bezit.
Copyright © 2020— Ger van Wijngaarden